Speluitleg

doelpunt
Scoren mag alleen binnen de 6 meter van het doel. Het is een doelpunt als de bal, geheel en al, de doellijn is gepasseerd.

bal uit
De bal moet binnen het speelveld blijven. De bal is uit, als hij op de rand van het zwembad, of over de zij- of doellijn terechtkomt. Tegen de ploeg die de bal het laatst heeft aangeraakt, wordt een vrije bal gegeven, op de plaats waar de bal het speelveld verlaten heeft.

wisselen
Er mag continu gewisseld worden van spelers. Dit wisselen vindt plaats in het wisselvak (1 meter uit de kant op de eigen doellijn).
ook de scheidsrechter mag wisselen
Wanneer een kind met opzet schopt, slaat of trapt, wordt hij door de scheidsrechter gewisseld. De speler wordt vervolgens door de coach over z´n gedrag aangesproken.

fouten
Het is de bedoeling dat er zo min mogelijk beperkende regels gehanteerd worden. De bal mag bijvoorbeeld met twee handen worden vastgepakt.
De bal mag niet geslagen of gestompt worden (gevaar).
De bal mag niet onder water worden geduwd (de bal wordt aan het spel onttrokken).
De spelers mogen elkaar niet hinderen tijdens het spel. Dit geldt ook als de tegenstander de bal vast heeft. Onder hinderen verstaan we: trekken, duwen, vasthouden en trappen. De spelers moeten de intentie hebben de bal te spelen. Dat het daarbij haast onmogelijk is elkaar in het geheel niet aan te raken, is inherent aan het spel.
Wanneer één van bovenstaande regels overtreden wordt, kent de scheidsrechter een vrije worp toe.

vrije worp
De vrije worp wordt genomen op de plaats van overtreding:
• moet vlot genomen worden;
• mag niet direct op het doel worden geschoten;
• mag ongehinderd worden genomen.